Op de 19e verdieping van de Blue Tower in Brussel zit Holman Fenwick Willan, waar ik op een woensdagmiddag met Elisabeth Decat (34) afspreek. Behalve het torenhoge glazen gebouw zelf is het uitzicht hier ook best indrukwekkend, en overal zie ik mensen geconcentreerd aan het werk, begraven onder grote, zware boeken en verschillende stapels papieren. En jawel: hier en daar vang ik zelfs een glimp van een toga op. Welkom op een advocatenkantoor!

Wat doe jij, en hoe lang al?

Ik werk ondertussen 10 jaar als advocaat en ben gespecialiseerd in luchtvaartrecht.
Ons kantoor treedt specifiek op voor het bedrijfsleven in de luchtvaart, met name touroperators en verzekeraars van luchtvaartmaatschappijen. Zo zoeken wij o.a. oplossingen bij problemen met passagiers, verloren en gestolen bagage of douanegeschillen.

Oké. En wat houdt jouw job concreet in?

Eerst en vooral is het veel studeren: je moet heel veel opzoeken, begrijpen wat je cliënten precies doen en waar hun probleem precies uit bestaat. Daar moet je dan een oplossing voor vinden, en ook nagaan of die oplossing in het verleden al aanvaard is geweest. Je moet strategieën bedenken en verschillende scenario’s uitwerken: wat doen we als plan A de mist in gaat, bijvoorbeeld, of wat doen we als de tegenpartij het zus of zo aanpakt?

Verder moet je ook zorgen dat je steeds op de hoogte blijft van de veranderingen in de sector, want wij geven onze cliënten bijvoorbeeld ook raad over nieuwe wetgevingen. Dat vraagt dus allemaal veel studie, en daar gaat dan ook het meeste van mijn tijd naar. Gelukkig hoef ik dat niet allemaal alleen te doen en kan ik ook de hulp inroepen van een aantal medewerkers.

Naast studeren hang je regelmatig met cliënten aan de telefoon, heb je samen vergaderingen en moet je de hele dag mailtjes beantwoorden. Ook handelen wij de aankoop en het verhuur van de vliegtuigen van onze cliënten af.

Zoals iedereen wel weet moet een advocaat natuurlijk ook regelmatig gaan pleiten, dus een zaak (in toga!) gaan verdedigen voor een van de verschillende rechtbanken van het land.

Wat vind je het leukste aan deze job?

Ik hou sowieso van de uitdaging die deze job elke dag met zich meebrengt, maar het allerleukste vind ik de pleitdagen. Redelijk stresserend, heel vermoeiend – maar helemaal geweldig. Soms heb je een jaar of langer aan een zaak gewerkt, en dan kun je daar eindelijk de vruchten van plukken.

Wat moet je goed kunnen als je advocaat wil worden?

Je moet flexibel zijn, je kunnen aanpassen aan de omstandigheden en aan de cliënt. Er zijn verschillende soorten mensen nodig in de advocatuur: van intelligente boekenwurmen die de nodige argumenten weten op te sporen tot mensen die ongelooflijk eloquent zijn in onderhandelingen en voor de rechter. Verder moet je ook een harde werker zijn, en veel energie hebben. Het is een veeleisende job en de competitie is hard.

Wat vind je dan weer minder leuk?

De keerzijde van de uitdaging waar ik het eerder over had. Het is een ontzettend vermoeiend beroep. Zo ben ik bijvoorbeeld van 9u tot 19u30 op kantoor, maar als ik thuiskom klap ik mijn laptop altijd wel weer open en werk ik nog een paar uur door. De druk is hoog, en dat heeft een impact op je privéleven. Het moet echt je roeping zijn, want anders hou je het niet vol.

Welk advies zou je geven aan iemand die overweegt om advocaat te worden?

Ga tijdens je studies zeker een aantal zomerstages doen, gewoon op eigen initiatief. Pak de telefoon, stuur je cv naar wat advocaten en ga zowel voor kleinere als grotere kantoren. Zo krijg je een idee van waar je je goed voelt en van wat je ligt. Advocatenkantoren zijn daar altijd happig op, die kunnen altijd extra hulp gebruiken. Als het niet is om opzoekingen te doen, dan is het wel om artikels te schrijven.

Denk verder ook goed na over bij welk soort kantoor je later officieel stage wil lopen, dat bepaalt de richting van je latere carrière.

Hoe word je advocaat?

Eerst vijf jaar rechten studeren en dan nog drie jaar stage lopen.

 

18/01/2017